Contractuele- en wettelijke-aansprakelijkheid
De wettelijke aansprakelijkheid (WA) en de contractuele aansprakelijkheid (CA) maken onderdeel uit van het verbintenissenrecht. Wat is een verbintenis en hoe ontstaan verbintenissen?
Verbintenissen zijn vermogensrechtelijke relaties tussen personen onderling. Een dergelijke relatie verplicht de één om een bepaalde prestatie te verrichten, waarop de ander recht heeft. De overeenkomst is daarbij een van de belangrijkste bronnen waaruit verbintenissen kunnen ontstaan. Denk aan de koopovereenkomst, de huurovereenkomst, de arbeidsovereenkomst, de overeenkomst tot bewaarneming, enz.
In onze samenleving zijn partijen vrij om te bepalen of ze een overeenkomst willen sluiten, en zo ja met wie ze dat doen. We noemen dit contractvrijheid. Het verbintenissenrecht bestaat voor het grootste deel uit regelend recht, ook wel aanvullend recht genoemd. Dat betekent dat partijen in de meeste gevallen vrij zijn de overeenkomst de inhoud te geven die ze zelf wensen (bijvoorbeeld een mondelinge of schriftelijke overeenkomst). Het verbintenissenrecht wordt gekenmerkt door een open stelsel: partijen zijn, voor zover zij niet in strijd komen met dwingend recht, vrij om zelf te bepalen welke verbintenissen zij in het leven roepen.
Een verbintenis wordt meestal omschreven als een rechtsverhouding tussen twee of meer personen, op grond waarvan de ene persoon tegenover de ander tot een prestatie verplicht is, terwijl de ander recht heeft op die prestatie. Uit een verbintenis vloeien dus een recht en een plicht voort. De rechten die uit verbintenissen voortvloeien, zijn altijd relatieve rechten, dat wil zeggen ze gelden slechts tegenover één of meer bepaalde personen.
Bronnen van verbintenissen
De belangrijkste bron van verbintenissen is de overeenkomst. Het is echter niet de enige bron waaruit verbintenissen voortvloeien. Verbintenissen ontstaan ook uit de wet. Een voorbeeld daarvan is de verbintenis uit onrechtmatige daad. Degene die een onrechtmatige daad pleegt, moet de schade die daaruit voortvloeit vergoeden (art. 6:162 BW).
Waarom is het van belang om een onderscheid te maken tussen contractuele aansprakelijkheid enerzijds en wettelijke aansprakelijkheid anderzijds? Omdat de juridische spelregels dan anders zijn. Een van de spelregels betreft de ingangsdatum van het kunnen vorderen van de wettelijke rente. Bij wettelijke aansprakelijkheid kan de eisende partij wettelijke rente vorderen vanaf de datum dat de schadeveroorzakende gebeurtenis plaatsvond, of vanaf het moment dat de benadeelde zelf de kosten van de schade verschuldigd is. Bij contractuele aansprakelijkheid kan de vorderende partij de wettelijke rente aanzeggen vanaf de datum dat de al dan niet te laat of niet juist presterende partij in gebreke is. De datum van het in gebreke zijn is in de regel niet gelijk aan de datum waarop conform de oorspronkelijke overeenkomst geleverd of gepresteerd had behoren te worden.
Wanprestatie
De wet maakt een onderscheid tussen toerekenbare en niet-toerekenbare tekortkomingen (art. 6:74 e.v. BW). Als de tekortkoming aan de schuldenaar is toe te rekenen, dan spreekt men van wanprestatie. Als er sprake is van wanprestatie, heeft de schuldeiser een aantal vorderingen op de schuldenaar. Als de tekortkoming niet aan de schuldenaar is toe te rekenen, spreekt men van overmacht (artikel 6:75 BW).
De wet gaat er overigens vanuit dat als er sprake is van een tekortkoming in de nakoming, deze tekortkoming toerekenbaar is. De schuldenaar moet kunnen aantonen dat deze niet-toerekenbaar is (art. 6:74 BW).
Wanneer een schuldenaar is tekortgeschoten, kan de schuldeiser op verschillende manieren tegen hem optreden, afhankelijk van de situatie. De schuldeiser kan de volgende vorderingen tegen de schuldenaar instellen. Hij kan eisen:
- nakoming van de prestatie;
- nakoming en aanvullende schadevergoeding;
- vervangende schadevergoeding;
- ontbinding van de overeenkomst;
- ontbinding en aanvullende schadevergoeding.
Ingebrekestelling
Voor zover de prestatie nog mogelijk is, komt de schuldenaar in beginsel pas in verzuim nadat hij in gebreke is gesteld (art. 6:82 en 83 BW). Een ingebrekestelling is een schriftelijke aanmaning waarin de schuldenaar wordt gevraagd vóór een bepaald redelijk tijdstip alsnog aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst te voldoen.
Als de redelijke termijn na ingebrekestelling is verstreken en de schuldenaar ook dan nog niet zijn verplichtingen is nagekomen, is hij in verzuim. Pas dan kan de schuldeiser een vordering tot aanvullende schadevergoeding, vervangende schadevergoeding en/of ontbinding instellen. De wet bepaalt dat wanneer in de overeenkomst een bepaalde termijn is vastgesteld, er geen ingebrekestelling vereist is als deze termijn wordt overschreden.
Binnen dit hoofdstuk is voornamelijk de wettelijke aansprakelijkheid relevant. Bij het volgende onderwerp ‘persoonlijke aansprakelijkheid’ komt deze wettelijke aansprakelijkheid ruim aan de orde.
Wettelijke aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit de wet. Contractuele aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit het contract.